Keywords: COLLECTIE TROPENMUSEUM Reliëf O 104 op de verborgen voet van de Borobudur TMnr 10015841.jpg nl Negatief Negatief waarop reliëf O 104 van de verborgen voet van de Borobudur te zien is De verborgen voet van de Borobudur is de oorspronkelijke basis van het Buddhistische heiligdom dat rond 800 gebouwd is In een latere fase van de bouw werd deze basis verborgen waarschijnlijk om verzakking te verkomen De verborgen voet loopt om het hele bouwwerk heen en bevat 160 reliëfs die tezamen de Mahakarmawibhangga verbeelden een Mahayanistische tekst die de werking van de leer van Karma uiteenzet Deze leerrede wordt aan Buddha toegeschreven en handelt over oorzaak en gevolg N J Krom en Th van Erp duiden in hun standaardwerk over de Borobudur Beschrijving van Barabudur Den Haag Martinus Nijhoff 1920-1931 de reliëfs van de verborgen voet aan als serie O Op de reliëfs zijn voorbeelden van de theorie uitgebeeld goede daden hebben goede gevolgen en slechte daden hebben slechte gevolgen De reliëfs vallen in twee delen uiteen O 1 tot en met O 117 verbeelden een aantal daden die leiden tot één en hetzelfde gevolg De reliëfs O 118 tot en met O 160 tonen verschillende gevolgen van één oorzaak De uiteenzetting van de leer begint bij de trap aan de oostzijde en ontrolt zich met de klok mee om het bouwwerk heen De reliëfs moeten dan ook gelezen worden van rechts naar links Lange tijd was onbekend wat op de reliëfs van de verborgen voet stond afgebeeld Hoewel de reliëfs al in 1885 waren ontdekt door Dr Ir J W IJzerman 1851-1932 kon de Franse geleerde Sylvain Lévi pas in 1929 op het zesde Congres van het Oostersch Genootschap constateren dat het op de verborgen voet ging om een Buddhistische tekst Mahakarmawibhangga Lévi had in 1922 een manuscript uit 1411 met deze tekst ontdekt in Kathmandu Nepal De tekst bleek populair in de Burdhistische wereld te zijn en een aantal verwante teksten te hebben twee Chinese werken waarvan één vertaald was in 582 door Gautama Dharmaprajna en één tussen 980 en 1000 door T'ien si Tsai Daarnaast bevat de Tibetaanse Kanjur twee werken met de titel Karmawibhangga In 1933 publiceerde de archeoloog N J Krom een uitgebreide analyse van het Mahakarmawibhangga op de reliëfs van de bedolven voet Hierin legt hij een relatie tussen de afbeeldingen op de reliëfs en de tekstpassages in het Mahakarmawibhangga De reliëfs O 101 tot en met O 108 bevinden zich aan de noordzijde van de Borobudur en hebben volgens N J Krom betrekking op de paragrafen twintig tot en met tweeëntwintig van het Mahakarmawibhangga XX Wat is de daad die een geboorte onder de goden van de sfeer der Begeerte ten gevolge heeft Antwoord de tien goede wegen van de daad goed ten einde gebracht Dat is de daad die een geboorte onder de goden van de sfeer der Begeerte ten gevolge heeft XXI Wat is de daad die een geboorte onder de goden van de sfeer van de Vorm ten gevolge heeft Antwoord de tien goede wegen van de daad goed ten einde gebracht goed eigen gemaakt en op de meest voortreffelijke wijze vervolmaakt Dat is de daad die een geboorte onder de goden van de sfeer van de Vorm ten gevolge heeft XXII Wat is de daad die een geboorte onder de goden van de Vormloze sfeer ten gevolge heeft Antwoord de vier instellingen der meditatie van het vormloze de categorie van de oneindigheid van de ruimte de categorie van de oneindigheid van de kennis de categorie van de oneindigheid van het niet de categorie van inzicht en niet-niet-inzicht; deze instellingen van meditatie worden toegepast en vermenigvuldigd Dat is de daad die een geboorte onder de goden van de Vormloze sfeer ten gevolge heeft Op O 101 en O 102 treffen wij hemelvoorstellingen aan Hemelvoorstellingen worden gekarakteriseerd door wensbomen potten vol kostbaarheden onderaan de stam en door twee kinnara's wezens die half mens half vogel zijn Ook op andere plaatsen op het monument worden deze symbolen gebruikt om de hemel voor te stellen Hemeltaferelen worden soms door de inscriptie 'swargga' aangeduid De staande figuren van O 101b en de zittende met aureool op O 102b bevinden zich in een hemel De oorzaak daarvan vinden we op O 101a de aanbieding van een gift aan een brahmaan Op O 102a zien we een predikende monnik en een uitdeling aan behoeftigen Op de linkertaferelen ontbreken de kinnara's en de hemelbomen maar het lijkt Krom niet onwaarschijnlijk dat hier ook een hemel bedoeld is we zien op O 103c naast een paleis of een tempel een persoon in groot ornaat tussen vrouwen die hem dienen De groep op O 104c is voorzien van aureolen O 104 a en op O 104b tonen een predikende monnik en een uitdeling Op 104a is een gift van geschenken afgebeeld aan brahmanen Op 104b zit een mediterende persoon tussen twee onafgewerkte bomen Volgens Krom is het aannemelijk dat de beeldhouwer de hemelboom met kinnara's gereserveerd heeft voor de Kamawacara-goden Hieruit volgt dat O 101 en O 102 bij paragraaf XX horen en de hemels van O 103 en O 104 bij de goden van Rupawacara van XXI De grote moeilijkheid komt dan bij de goden van Arupyawacara van XXII want het lijkt Krom uitgesloten dat deze wezens weergegeven kunnen worden in een vorm; men mag ze zelfs helemaal niet verwachten op reliëfs Maar Krom meent dat op O 105 een poging is gedaan om aan te geven om de staat van vormeloosheid te bereiken; de vier monniken die ieder in een afzonderlijke rotsnis zitten te mediteren zouden de vier samapatti's van de tekst vertegenwoordigen Op reliëf O 106 is de hoofdpersoon in groot ornaat afgebeeld met een aureool achter het hoofd Achter zijn dienaren staat op het midden van het reliëf een boom; niet de gestileerde hemelboom maar wel met de juwelenpotten aan de voet O 106a geeft een huldebetuiging weer onder andere met een tros bananen van een aantal monniken De hoofdpersoon van O 107b heeft geen aureool maar draagt wel groot ornaat Ook hier staan juwelenpotten O 107a toont een uitdeling van onder meer kleding Reliëf O 108 begint met het geven van geschenken door rijk geklede personen Op 108b is een persoon in groot ornaat te zien die een afwerend gebaar maakt Voor deze taferelen weet Krom in de tekst geen behoorlijke verklaring te geven Uit N J Krom Het Karmawibhangga op Barabudur Mededeelingen der koninklijke academie van wetenschappen afdeeling letterkunde deel 76 serie B No 8 Amsterdam Noordhollandsche Uitgevers-Maatschappij 1933 243-245 Bronnen A J Bernet Kempers Borobudur Mysteriegebeuren in steen Verval en restauratie Oudjavaans volksleven Wassenaar 1973/gewijzigde herdruk ; Van Erp Th Krom N J Beschrijving van Barabudur Den Haag Martinus Nijhoff 1920-1931 ; N J Krom Het Karmawibhangga op Barabudur Mededeelingen der koninklijke academie van wetenschappen afdeeling letterkunde deel 76 serie B No 8 Amsterdam Noordhollandsche Uitgevers-Maatschappij 1933 Reliëf O 104 op de verborgen voet van de Borobudur 1890-1891 institution Tropenmuseum KIT-source 10015841 Creator Kassian Cephas Borobudur in 1890 Black and white photographs |